Dag 32: vrijdag 29 juli
Door: JasperLagemaat
Blijf op de hoogte en volg Jasper
02 Augustus 2011 | Australië, Sydney
Iedereen had een naam op zijn helm
staan. Mijn tante was “Mother Nature”, mijn oom “The Fly” en ik “Nemo”.
Mijn tante vond het eigenlijk maar helemaal niks en liep in zichzelf te mijmeren “waar ben ik nu toch weer aan begonnen?” Toch heeft zij alle moed bijeen geschraapt en, dapper als zij is, ging ze mee. Het was echt gaaf! Zij hebben in de bomen platforms gemaakt waarvan je van de ene naar de andere boom “surft”. Dat doe je vier keer waarbij het de laatste keer de bedoeling is dat je ondersteboven hangt, terwijl je naar de overkant gaat. Hier zeggen ze “AWESOME!”
Het hoogste punt boven de grond is 22,5 meter en boven zeeniveau is 90 meter.
Tijdens het brood eten wilde mijn tante thee klaar zetten, dus ze pakte 2 mokken. Er zat in een van die mokken een hele dikke vette spin. Wat een joekel was dat. Na het broodje eten hebben we drie korte wandelingen gemaakt in het bos. Het is ongelooflijk hoe dicht dit regenwoud begroeid is. Er groeien tig planten dwars over elkaar heen en overal zie je lianen en varens die op andere dikke bomen groeien. Mijn tante zei wat een “blambur” is het hier. Dat is het Indonesische woord voor “rommel” en zij bedoelt dus dat zij het hier maar een rommeltje vind. Maar het is prachtig. Heel bijzonder is ook dat het regenwoud hier doorgroeit tot aan de zee. Er is maar een heel smal stuk strand en dan zit je gelijk in zee. De wandelingen die we gedaan hebben zijn de “Marrdja Boardwalk”, een wandeling langs het strand van “Thornton Beach” en de “Dubuji Boardwalk”. Deze routes liggen allemaal in het “Daintree National Park en in de buurt van Cape Tribulation.
Na het eten kwam het volgende drama voor mijn tante…..de nachtwandeling. Twee minuten voordat we werden opgehaald begon het weer te plenzen. Ik had er gelijk geen zin meer in om die wandeling te maken, maar toen we in het busje zaten begon het al te minderen.
De wandeling zelf was echt gaaf. Onder het dikke en dichte bladerdek van de jungle heb je weinig last van de regen. De gids zei soms dat je de zaklampen eventjes uit moest doen, maar dan zie je geen hand voor ogen, zo donker is het. Onderweg hebben we die “gifkikker” gezien die ook in Jabiru was. Het blijkt dus helemaal geen kikker te zijn maar het is de “Toad”. Dit is een hele giftige joekelige pad en gelukkig heb ik ‘m nu wel op de foto. Ook hebben we een paar dikke spinnen gezien van dezelfde soort die ook in de mok zat. We moesten even stoppen want iemand had een hele grote sprinkhaan gezien. Die is nog groter dan die in Nederland, ook al weet ik niet hoe groot die in Nederland zijn. We kwamen ook een hele rare boom tegen die van binnenuit hol was. Iemand ging in de boom staan met de zaklamp aan, je zag de boom van binnen uit gloeien, dat is wel een raar gezicht. Het hoogtepunt was dat we een soort van leguaan tegen kwamen. De gids vertelde ons dat hij/zij aan het slapen was en wij niet te dichtbij mochten komen. Er waren ook hele gevaarlijke planten. Als je de ene aanraakt, dan heb je 6 maanden lang pijn. Niet te geloven dat zo’n stom plantje dat kan veroorzaken. Bij de “Wait A While” plant moet je even wachten, want als je die plant op een bepaalde manier aanraakt, blijf je achter zijn weerhaakjes haken en het kan wel even duren voordat je weer los komt. Na twee uurjes zat het erop en wij hebben, helaas voor ons en gelukkig voor mijn tante, geen Python of andere slang gezien. Toch was dit volgens mij voor iedereen die meeliep, een hele bijzondere en spannende regenwoudervaring. Bij het huisje hebben we even de foto’s op de laptop gezet en ben ik naar bed gegaan. Hopelijk schijnt de zon morgen volop.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley